Goden

De Grieken kenden vele goden. De Grieken waren dus polytheïstisch. (poly = meerdere , theos = god) Godsdienst was erg belangrijk voor de Grieken. Belangrijke beslissingen over bijvoorbeeld een oorlog werden pas genomen als een god advies was gevraagd. Meestal gebeurde dat via een orakel. In de Griekse stad Delphi stond een tempel voor de Griekse god Apollo. Vanuit heel Griekenland kwamen de Grieken daar naar toe om vragen te stellen als: “Word ik later visser ? Heeft Dorkilos het kleed gestolen ? Zal ik met Gerioton trouwen ?” Een priesteres gaf antwoord voor Apollo. Hoe ze dat deed, weten we niet precies. Misschien luisterde ze naar de bladeren of naar andere tekenen van de natuur.

Van het orakel van Delphi is niet veel meer over. Alleen de rechtopstaande zuilen staan nog overeind. Toen de Grieken in oorlog waren met de Perzen, vroeg men ook raad bij het orakel. De priesteres antwoordde dat alle inwoners van Athene moesten vluchten en dat alleen een muur van hout overeind zou blijven. Dit was voor de Grieken een reden om een enorme vloot te bouwen
Veel natuurlijke gebeurtenissen, zoals overstromingen, onweer en bliksem en ziekten begrepen de Grieken niet. Daarom dachten de Grieken dat het de daden van de goden waren. Als Zeus, de oppergod, boos was, liet hij het onweren en bliksemen. Apollo was verantwoordelijk voor de pest (ziekten waaraan je kon doodgaan). Dat betekende dat de Grieken probeerden om de goden te vriend te houden. Er werden cadeautjes (offers) gegeven aan alle goden. Soms werden dieren als offer gebruikt

Buiten de tempel stond het altaar voor dierenoffers. Hier wordt een koe geofferd. In de tempel stond een beeld van de god. De Grieken mochten waarschijnlijk niet naar binnen in de tempel. Maar als men een offer bracht, wilde men er wel wat voor terug !

De Grieken vertelden elkaar veel verhalen over hun goden. Dat betekende dat die verhalen steeds aan elkaar doorverteld werden. Daardoor werd zo’n verhaal steeds anders. De hoofdrolspelers, de goden dus, leken net op mensen. Ze hadden menselijke eigenschappen. De oppergod Zeus bijvoorbeeld, is in de Griekse verhalen een echte vrouwenversierder. Hij verwekte minstens 16 kinderen bij andere godinnen en minstens 23 kinderen bij gewone vrouwelijke stervelingen. Zijn vrouw, Hera, is natuurlijk erg jaloers. Later werden de Griekse mythen en sagen (verhalen over goden) opgeschreven.

Iemand die Griekse verhalen (in dichtvorm) opschreef, was Homerus. Hij leefde in de 8 ste of de 9-de eeuw v.Christus. Zijn 2 beroemdste gedichtenbundels zijn de Ilias en de Odyssee, maar deze gaan vooral over een oorlog heel lang geleden voor de Griekse tijd, namelijk de Trojaanse oorlog. Homerus heeft ook een aantal gedichten geschreven over verschillende goden. Over het leven van Homerus zelf is weinig bekend. Men weet niet eens zeker of Homerus de boeken zelf geschreven heeft of dat anderen later zijn verhalen gingen opschrijven.

De Grieken geloofden dat Zeus samen met de belangrijkste goden op de hoogste berg in Griekenland woonde. De berg heet “De Olympus” en de top is 2917 meter hoog. In de 2 beroemde boeken van Homerus wordt de Olympus beschreven als het huis van de goden. Ze leefden daar in luxe in een paleis met een bronzen vloer.

De voornaamste (belangrijkste) god was Zeus. Vaak werd hij afgebeeld met een arend en met bliksem. Hij was de baas over alle andere goden, en regeerde in zijn paleis op de top van de berg Olympus. Zeus was de god van het rechtspreken, hij besliste uiteindelijk of iets zou gebeuren of niet. Hij bepaalde ook het weer. Zeus was een echte vrouwenversierder in de verhalen. Hij had 9 relaties met andere godinnen en 14 relaties met sterfelijke vrouwen. De eerste liefde van Zeus was Hera. Hera werd verschrikkelijk jaloers op de avontuurtjes van Zeus.

Een zoon van Zeus was Apollo. Deze knappe jongeman, geboren op het eiland Delos, was de god van het licht, de waarzegkunde, de uitvinder van de muziek,de god van de poëzie en geneeskunst. Als hij boos was, kon Apollo een pestepidemie (grote gevaarlijke ziekte) veroorzaken. Hij is de bedenker van steden, hij bestraft de mensen die niet geloven en bevrijdt de wereld van verschrikkelijke monsters.

De godin Artemis is ook een kind van Zeus en Leto. Zij is dus de tweelingzuster van Apollo en heeft een beetje dezelfde eigenschappen als Apollo. Ze is de godin van de jacht en van de maan. Ze was ook godin van de dood en betrokken bij geboorten. Soms kon Artemis erg hard zijn voor de mensen.

Volgens de Griekse mythen en sagen werd de godin Pallas Athene geboren uit het voorhoofd van Zeus. Daardoor had Zeus een bijzondere band met deze dochter. Het was zijn lievelingetje. Na Zeus en Hera is zij de belangrijkste godin voor de oude Grieken. Verstand, moed, strenge schoonheid en trouw zijn waren haar belangrijkste eigenschappen. Ze was godin van de wijsheid, van de oorlog (maar ook van de vrede) en handwerk. Maar Pallas Athene zorgde natuurlijk vooral voor het welzijn van de stad Athene.

Pallas Athene was natuurlijk de belangrijkste godin voor de mensen in Athene. Speciaal voor haar werd een tempel op het hoogste plekje in de stad gebouwd. Dat hoogste punt heet de “acropolis” (acro = hoog, polis = stad) Op de acropolis staat nog de tempel voor Athene. Die tempel heet het “Parthenon”

Het Parthenon werd in de 5 e eeuw voor Christus gebouwd en heeft Dorische zuilen.
Een andere belangrijke god was Poseidon. Hij was de broer van Zeus en god van de zee, de aardbevingen en van de paarden. In zijn hand heeft hij de drietand. Daarmee maakt hij zeestormen. Poseidon rijdt soms in een zeekarretje dat door zeepaarden getrokken wordt. In de verhalen is Poseidon snel boos en geïrriteerd. Hij stuurt soms verschrikkelijke monsters uit de diepte om de mensen te plagen, maar hij kan ook zorgen voor een goede (zee)vaart.

Demeter is de godin van het graan (van de landbouw). Haar verdriet om het verlies van haar dochter bracht de winter. De terugkeer van haar dochter uit de onderwereld bracht het voorjaar. De oude Grieken vonden haar een goede godin die vriendelijk en goed voor de mensen was, die ervoor zorgde dat alles bloeide. Ook was Demeter de uitvindster van de landbouw en de plantenwereld.

Nog een aantal belangrijke goden of godinnen waren:

  • Dionysos. Zoon van Zeus en god van de wijn en van de bedwelming.
  • Aphrodite. Godin van de schoonheid en van de liefde. Zij ontving de gouden appel van Paris, en dit leidde tot de Trojaanse oorlog.
  • Hermes. De boodschapper (postbode) van de goden. Hij was de god van de herders, de reizigers en leugenaars. Hij bracht de zielen van de doden naar de onderwereld.
  • Hades. Heerser over de treurige onderwereld, waar de geesten van de gestorvenen verder leefden.

Grieken algemeen

Oorlog

Maatschappij