De Romeinen vierden rond 17 december een offerfeest ter ere van Saturnus, de god van de landbouw. Na het offeren, vierden alle mensen een feest dat ook drie dagen duurde. Ook hier werd veel gegeten en gedronken. Er werden maskers en poppen cadeau gegeven. 
Verder waren alle slaven drie dagen vrij. Ze mochten dan voor heer spelen en werden bediend door hun meesters.

Het carnavalsfeest werd steeds meer een straatfeest. Carnaval werd ook een feest van de spot. Mensen dreven de spot met gebeurtenissen en mensen die in hun ogen niet deugden. Daarbij vermomden men zich met maskers en kleding.
Op die manier kon je lekker gek doen, kritiek op mensen uiten en de spot drijven met ze, zonder herkend te worden
(en zonder in de gevangenis te belanden).

Elk jaar barst op 11 november het carnavalsseizoen los in het zuiden van het land. Dat het elk jaar precies op 11 november valt, is geen toeval.
Als je het volledig uitschrijft is het namelijk 11/11, om 11 minuten over 11. Er zitten ook 11 mensen in de ‘Raad van Elf’. 11, het getal van gekken en dwazen, een ongeluksgetal en alleen deelbaar door zichzelf.

Prins Carnaval wordt meestal vergezeld door één of twee hofdames. Bij allerlei officiële gebeurtenissen tijdens carnaval zijn ze van de partij en uiteraard staan ze samen op de ‘Prinsenkar’ tijdens de carnavalsoptocht. In veel gemeenten waar carnaval gevierd wordt zij er ook vaak een ‘Jeugdprins’ en ‘Jeugd-hofdame’.
Hier Boskoop, in carnavalstijd heet het ‘Kwakveen’.

Rijnlands carnaval wordt het meest gevierd in het oosten van Noord-Brabant en in heel Limburg. Deze manier van carnaval vieren komt uit Duitsland.
In plaats van carnaval spreekt men over ‘vastenaovond’. Typisch voor de kleding zijn de kleuren rood, groen en geel. Rijnlands carnaval wordt hoofdzakelijk buiten gevierd. Steden kunnen meerdere carnavalsverenigingen en prinsen hebben.

Het bouwen van een praalwagen is een tijdrovende klus. Groepen mensen zijn vaak maanden bezig om een ‘kar’
(zo wordt een praalwagen vaak genoemd) op te bouwen. Zeker als er allerlei bewegende voorwerpen op zitten is die klus nog veel ingewikkelder,  tijdrovender én kostbaarder! Vaak heeft de praalwagen (en de optocht) een bepaald thema.

Voor de carnaval: confetti, serpentines, ballonnen, vlaggetjes, slingers, schmink, spuitserpentine, confettikanonnen, kartonnen en plastic decoraties, muziek, feestneuzen, maskers, hoedjes, boerenkielen en petjes en natuurlijk complete carnavalskostuums.

Heel bekend is het Braziliaanse Carnaval. Elk jaar vindt er een geweldige optocht plaats in Rio de Janeiro, waar alle beroemde sambascholen aan meedoen. Op de foto zie je de brede straat waar de optocht door gaat. Deze straat heet de Sambadrome. Het is een eer om hier te mogen lopen tijdens de optocht. Deelnemers sparen een heel jaar voor hun kostuum en oefenen heel veel voor de parade.

Download de woordzoeker, kruiswoordpuzzel of andere puzzel van deze Flipping-pagina.
De afbeeldingen die je op deze Flipping-pagina ziet, kun je omdraaien door erop te klikken.
In de tekst kom je woorden tegen, die je ook kunt vinden in de puzzel die je gedownload hebt. Bij een woordzoeker lees je een zin als je alle woorden hebt ingevuld.
Voor je juf of meester is er ook een antwoordblad 

Carnaval was vroeger een heidens feest. Toen het christendom in Europa steeds belangrijker werd, gaf de kerk er een religieus tintje aan. Carnaval werd een feest dat werd gevierd vlak voor de Vastentijd. Op de afbeelding zie je een schilderij van Pieter Bruegel de Oude.
Het heet: “De strijd tussen Vasten en Vastenavond (carnaval).”
Carnaval in de middeleeuwen.

Carnaval wordt elk jaar op een andere datum gevierd. De datum van het carnaval heeft te maken met Pasen. Ook Pasen valt steeds op een andere datum. Namelijk op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. Die zondag heet Paaszondag. De zondag waarop carnaval begint is altijd 7 weken eerder dan de Paaszondag. Carnaval duurt tot dinsdagavond.
Die dinsdag heet vette dinsdag.

Tijdens het carnaval krijgen veel plaatsen in Nederland een andere (carnavals)-naam. De meest bekende zijn wel: Oeteldonk (’s-Hertogenbosch), Lampengat (Eindhoven), Kruikenstad (Tilburg), Pielhaas (Venray), Krabbegat (Bergen op Zoom). Maar er zijn er nog véél meer.
Boskoop (waar meester Jack woont) heet tijdens carnaval ‘Kwakveen’.

De Raad van Elf is een gezelschap van elf personen (meestal mannen, maar steeds vaker zijn er ook vrouwen) dat tijdens carnaval de activiteiten organiseert en begeleidt. De naam verwijst naar het getal elf, het narrengetal of gekkengetal, dat een belangrijke rol speelt in het carnaval. Vanaf 11 november (de elfde van de elfde) is de Raad druk in de weer met de voorbereidingen van het feest.

Tijdens en voor carnaval vinden in veel gemeenten in het zuiden van het land wedstrijden plaats tussen tonpraters.
Dit zijn humoristische, cabaretachtige vertellingen in het plaatselijke dialect. (Vaak vanuit een grote ton.) In Brabant heten ze ‘tonpraoters’, in Limburg noemen ze deze kletsers ‘buutreedners’ en in Zeeland staan ze bekend als ‘ouwoer’.

Eén van de oudste carnavalsstoeten in België is die van Maaseik.
De Halfvastenstoet bestaat al vanaf 1865. In de stad wordt het Rijnlands carnaval gevierd. De oudste schriftelijke melding van carnaval in Maaseik dateert al van 1575.

Aan het carnavalsfeest wordt heel veel geld uitgegeven. Op de afbeelding zie je onderzoek uit 2012 in Limburg.
Ingevuld door volwassenen.
Daarbij komen dan nog kosten die gemeenten voor het feest uittrekken en alle uitgaven die nodig zijn voor het maken van een ‘kar’.
Nu (2024) zijn de kosten allemaal nog veel en veel hoger!

Vette dinsdag heet in het Frans ‘Mardi Gras’. Het is heel beroemd in bijvoorbeeld New Orleans in de Verenigde Staten, waar nog veel Franse invloed is.  Daar wordt een grote optocht gehouden met praalwagens en dansgroepen, waar heel veel tijd en energie in is gestopt.
Veel gebruikte kleuren bij het carnaval in New Orleans zijn paars en groen en goud.

Zoals bij de Romeinen de slaven even heer werden en de heren slaaf, gebeurde ook iets dergelijks in de vroege middeleeuwen. De leiders van de kerk, zoals bisschoppen hadden tijdens het carnaval niets te vertellen. Er werd een nepbisschop gekozen die het drie dagen voor het zeggen kreeg.
Op de afbeelding zie je een nepbisschop met een narrenstaf.

De dag na carnaval heet Aswoensdag.
Als je op die dag naar de kerk gaat, krijg je een kruisje van as op je voorhoofd. Aswoensdag is het begin van de vasten-tijd, die 40 dagen duurt. Vroeger mocht je per dag maar één maaltijd eten, werd er geen vlees gegeten, alleen op zondag.
Vis mocht wel. Kinderen hadden een vastentrommeltje waarin ze de snoepjes bewaarden die ze door de week kregen.

In veel gemeenten waar carnaval gevierd wordt, is het de gewoonte dat Prins Carnaval van de burgemeester de ‘sleutel’ van de stad krijgt. Meestal is dit symbolisch, natuurlijk, zoals op de foto. Prins Carnaval is dan een paar dag ‘de baas van de stad of dorp’, tot het carnaval ten einde is en hij de sleutel weer moet inleveren.

Bourgondisch carnaval wordt in Nederland vooral in het noorden en westen van Noord-Brabant gevierd en in het zuiden van Zeeland. Steden hebben 1 carnavalsvereniging. Traditionele kleding is een boerenkiel met een zakdoek, maar tegenwoordig ook allerlei vrolijke carnavalskleding. Een andere naam voor de stad tijdens carnaval is typisch iets voor het Bourgondisch carnaval.

Een carnavalsoptocht is een optocht gehouden tijdens carnaval. De optocht is een van de hoogtepunten van het carnaval en bestaat meestal uit praalwagens, loopgroepen, mensen die alleen lopen en muziekkorpsen en dweilorkesten.
Na afloop van een optocht worden er vaak prijzen uitgereikt voor onder andere de mooiste praalwagen, de leukste loopgroep of de leukste individuele act.

Een dweilorkest of dweilband is een muziekkapel dat bestaat uit blazers en slagwerkers. Het woord 'dweil' komt van dweilen'. Daarmee wordt bedoeld: 'doelloos, of dronken, op straat rondzwerven'. Met name in Brabant was het gebruikelijk om tijdens carnaval van café naar café te 'dweilen', dit gebeurde onder begeleiding van kleine carnavalskapellen die voor de muziek onderweg zorgden.

Na afloop van een carnavalsoptocht en carnavalsfeesten blijft er op straat heel veel troep achter. Een hele klus voor de schoonmakers om de stad weer toonbaar te maken!

Het carnaval van Venetië is een jaarlijks terugkerend festival, gehouden in Venetië. Het feest duurt 12 dagen en eindigt op Vastenavond, de dag voor Aswoensdag. Het carnaval van Venetië staat bekend om zijn prachtige kostuums en maskers. Maskers werden vroeger al veel gedragen, zodat je niet kon zien wie er arm was of rijk. Ook kon je zo anoniem door de stad lopen.